Huisvesting en voeding

Huisvesting

Ratten zullen een ruim verblijf waarderen. Ruimte om te rennen, te klimmen en te spelen. Zowel het grondoppervlak als de hoogte moeten aan de behoeften van de bewoners voldoen. Maar hoe groot je verblijf ook is, wat je met de beschikbare ruimte doet is nóg belangrijker. De inrichting dus. Ratten slapen veel, dus er moet ook veel gelegenheid zijn om comfortabel te luieren. Daarnaast zijn ratten intelligente en nieuwsgierige dieren die van een uitdaging houden. Stimuleer ze om te bewegen en te ontdekken op allerlei manieren. Zorg voor een veilige omgeving. Het is bijvoorbeeld raadzaam om plateaus en hangmatten deels te laten overlappen, zodat de ratten niet van grote hoogte kunnen vallen. Creëer met opstapjes of radiatorhangmatjes extra routes en rustpuntjes. Loopwiel (minimaal 29 cm doorsnede) en plateaus moeten dicht zijn. Trapjes ook, zodat er geen ongelukken gebeuren met voetjes en staartjes. Gebruik bij tralietrapjes dus altijd traphoesjes. Als de ratten zelf uit de kooi mogen klimmen, bevestig dan ook een doekje over het deurtje en met name het scharnierstuk waarlangs ze zich naar beneden laten zakken. Kijk het verblijf kritisch na of er risico is dat een rat ergens gewond raakt of beklemd komt te zitten.

Een traliekooi is het meest geschikt voor ratten. Ratten kunnen daarin goed klimmen en de tralies faciliteren het bevestigen van hangmatten en speelgoed. Bovendien ventileert een open kooi optimaal en dat is voor ratten extra van belang vanwege hun gevoelige luchtwegen. Om die reden steekt de bodembedekking en toiletvulling ook nauwer dan bij andere knaagdieren. Deze dient stofarm te zijn. Kartonsnippers of papierkorrels zijn een goede optie of iets van textiel (fleece, badmat, vetbed). Gebruik niets met componenten van rubber in verband met knagen. De laatste jaren is een bioactief verblijf, waarin de ratten kunnen graven, ook steeds populairder.

Voeding

Ratten zijn echte omnivoren. Ze lusten vrijwel alles. Maar dat betekent niet dat alles ook goed voor ze is. Zorg ervoor dat ze in hoofdzaak een compleet rattenvoer krijgen. Daarnaast kun je dagelijks wat verse groente of fruit geven of bijvoorbeeld wat pasta, rijst of mie koken. Andere verantwoorde tussendoortjes zijn gedroogd brood, cracker, rijstwafel, eierkoek, kroepoek, pinda’s, noten en cruesli. Er zijn tal van mogelijkheden om een gevarieerd eetpatroon te stimuleren. En natuurlijk mag er ook met mate een koekje of snoepje, speciaal voor knaagdieren, gegeven worden. Vraag bij twijfel na of ze iets mogen hebben.

Zieke en oude ratten zullen een papje erg waarderen: meergranenpap met Alpro sojamelk banaan. Een opgewarmd ‘babyhapje’ valt vaak ook goed in de smaak (let op: géén varianten met rund- of varkensvlees). Waak ervoor dat zwakkere ratten voldoende mogelijkheden krijgen om ongestoord hun maagje te vullen. Zet ze desgewenst even apart om rustig te eten. Wanneer zij meer moeite krijgen met het eten van harde brokjes, geef dan regelmatig zachter of vloeibaar voedsel. Controleer ook of zij nog bij de drinkfles kunnen. Hang deze niet te hoog. Bied bij twijfel meermaals per dag een schaaltje water aan.

Jonge ratten hebben iets andere behoeften dan volwassen ratten. Rittens mogen relatief veel dierlijke eiwitten eten. Deze moeten van hoogwaardige kwaliteit zijn en zonder toegevoegd zout en smaakversterkers. Gedroogde insecten, een stukje gekookt ei, of kip en vis uit blik (Applaws of Almo Nature) zijn prima toevoegingen op het normale voer. Naarmate de ratten ouder worden, kun je dit afbouwen.

Ratten knabbelen uit nieuwsgierigheid overal aan, ook als het niet-eetbaar, gevaarlijk of giftig is. Denk aan scherpe voorwerpen of randen, elektriciteitskabels, giftige planten, brandende kaarsen, hete dranken en rookgerei. Ook je kleding en meubels zijn soms niet veilig.